DE WITTEMER wIJNGAARd wAHLWILLER
Op de heuvels langs de kleine Zinselbeek bij Wahlwiller ligt
nog een stukje aards paradijs. Tintelende Wittemer wijnen vinden hier
hun oorsprong.
Dat uit druiven wijn kan ontstaan, moet bij toeval ontdekt zijn. Rijpe
druiven kunnen namelijk makkelijk kneuzen; de schil gaat kapot en de op
de schil aanwezige gistcellen komen in contact met de suikers van het
sap en zo kan de alcoholische gisting op gang komen. Alcohol in
combinatie met andere smaakstoffen in vruchtensap levert een drinkbaar
product met
prettige eigenschappen: de wijn is geboren.
Het verhaal gaat dat de hier gevestigde Romeinen (in het begin van onze jaartelling) reeds wijnbouw uitoefenden in deze streken. Aan het einde van de middeleeuwen en door toedoen van Napoleon wordt de wijnbouw sterk beperkt. De invoer van de beruchte wortelluis ruïneert de druiventeelt en doet de wijnbouw in Nederland geheel verdwijnen. Nadat in 1968 de eerste prille pogingen zijn gedaan om weer wijn te gaan verbouwen in Nederland (op Slavante langs de zuidhellingen van de St.Pietersberg te Maastricht), plantte in 1971 Dr. Schepel, huisarts in Gulpen, 1000 wijnstokken op de terrassen van de Zinselbeek te Wahlwiller. Hij experimenteerde met vele druivenrassen. Hij maakte “Wittemer Wijn”en noemde zijn trots de “Wittemer Wijngaard”.Na de dood van Schepel in 1985 is de wijngaard door verschillende personen met meer of minder succes geëxploiteerd en beheerd.
Sinds 1999 hebben Wim Hendriks en Leny van Bavel
het beheer overgenomen en de
oude tradities zoveel mogelijk hersteld.
De “Wittemer Wijngaard”produceert weer
“Wittemer Wijn” van de druivensoorten Riesling,
Müller Thurgau, Pinot Noir en een enkele Pinot Gris.
Vooral de Riesling moet met ere worden vermeld, omdat dit
een weliswaar moeilijke, maar ook zeer edele druiven- soort is. Dankzij
de pioniersgeest van Schepel is deze soort hier ruimschoots aanwezig en
is het derhalve mogelijk in Wahlwiller wijn van goede kwaliteit te
maken.
Dat
de druiven zo goed groeien en dat er dus goed wijnbouw mogelijk is,
komt door het heersende microklimaat “op de berg”.
De wijngaarden liggen beschut tegen de hellingen van de Kruisberg te
Wahlwiller, pal op het zuiden gericht. De temperatuur is er altijd
enkele graden hoger dan beneden.
De bodem is een met lëss bedekt mergel- massief.
Deze kalkrijke bodem neemt gemakkelijk warmte op om die na
zonsondergang weer langzaam af te geven. Kortom een aangenaam klimaat
en een goede voedingsbodem.
In en
rondom de wijngaarden komen vele zeldzame en beschermde planten voor.
Op de kalkgraslanden rondom de wijngaarden vindt je een bijzondere
kalkflora van o.a. orchideeën en vele kruiden zoals tijm en
oregano.
Ook de wilde fauna is erg gevarieerd. Op de terrassen zijn
verschillende bewoonde dassenburchten en de eveneens beschermde
wijngaardslak komt in grote getale voor.
In de kalkbodem kun je miljoenen jaren oude versteende
fossielen vinden. Samen met het geweldige uitzicht levert dit alles een
stukje paradijs op aarde op.